Coaxkabel is een type transmissielijn dat uit twee lagen bestaat: een binnengeleider en een afscherming. Het wordt gebruikt voor snelle data-, audio-, video- en internetverbindingen. Het werd uitgevonden in het begin van de 20e eeuw. Tegenwoordig wordt het veel gebruikt door telefoonmaatschappijen, internetproviders, kabelexploitanten en auto's.
De middelste geleiderlaag van de coaxkabel is massief of gevlochten of een dunne geleidende draad. Het is omgeven door een isolatielaag, meestal lucht, schuimplastic of massief polyethyleen. De dikte van de diëlektrische isolator bepaalt de voortplantingssnelheid. Coaxkabels zijn verkrijgbaar in verschillende soorten en maten. De diameter van de centrale geleider is omgekeerd evenredig met de afsnijfrequentie.
De permeabiliteit van de kabel is over het algemeen 1 en het optimale diëlektrische materiaal is vacuüm of polytetrafluorethyleen (PTFE). Het verlies van het diëlektricum neemt toe in volgorde van zijn ideale eigenschappen. De afschermingslaag is ook belangrijk, omdat deze de koperen kern van een schild voorziet om interferentie door elektromagnetische velden te voorkomen. Het schild kan metaalfolie, metalen tape of een metalen strip zijn.
Coaxkabels mogen niet in water worden ondergedompeld. Als ze dat wel doen, kunnen ze verslechteren. Bovendien kunnen ze beschadigd raken als er op wordt gestapt. Ook kunnen ze beschadigd raken door warmtebronnen. De mechanische eigenschappen van de kabel zijn afhankelijk van de combinatie van de verschillende parameters. De stijfheid van de kabel wordt bepaald door de interne constructie. Het kan ook worden beïnvloed door zijn leeftijd en de omgeving.